Great things are done when men and mountains meet.
William Blake
22 juni 2015
Distance today
Total distance
Weather
DAG 78
26 Km
2062 km
Sleeping: Albergue "Monte Iraco", Astorga
Walking with: Gerry en Wilma
Route:
De stad Astorga heeft veel te bieden. Een huis gebouwd door Gaudi, de kathedraal, wat pleinen. Normaal gezien zou ik me slecht gevoeld hebben als ik niet alles had kunnen bezoeken. Nu heb ik er noch zin noch energie voor. We blijven op het terrasje zitten en werken aan de website. Het wordt zo warm dat m’n PC dienst weigert. De metalen tafel is zo heet dat je er je hand niet kan ophouden: de ventilator van de surface kan dit niet trekken.
Frankie gaat met Wilma en Gerry naar de refuge. Ik blijf speken met Sida uit Nice en Françoise uit Quebecq. Gelukkig genoeg kan ik na een half uur terug beginnen te schrijven. Het is gewoon zalig om het leven van deze stad te zien passeren.
We blijven rustig zitten en bestellen ons avondmaal. Sida, Suzanne en Jos sluiten aan. We eten ribbetjes, de porties zijn redelijk overdreven: 1 kg. We doen ons echt te goed aan al dat lekker vlees. We waren al lang aan het wachten op een BBQ.
We zien hoe de jeugd hier wél op café komt maar pintjes drinkt uit vingerhoedjes, meer dan 15 cl kan dit nooit zijn. Ondertussen komen “de Spanjaarden” allemaal buiten. En terug is het gieren. Aan de tafel naast ons komen drie oudere dames zitten:
De eerste Dolly Parton heeft haar vermiljoenrode, satijnen onderjurk vandaag voor de gelegenheid als topje aan. Alles past er maar nauwelijks in.
Van het verschieten heeft haar vriendin een zonnebril aangedaan die vermoedelijk ooit gebuikt werd bij het lassen.
De dame in het geel was het meest hilarisch: op de revers van haar jasje heeft ze bij wijze van broche de kop van een soort babypop geprikt. Ze heeft het ding naar haar eigen beeld opgemaakt. Beide hebben een ragebol, de ene stijf van de lak, de andere stijf van het stof. Het is eens iets anders. Eh viva España.
Ondertussen begint een Spaanse charmezanger op het plein te zingen. Dit bevalt me wel. Frankie doet een voorstel om het reglement van de refuge aan te passen: Nooit binnen mogen voor 23 uur en niet buiten voor 8 uur. Ik ga volledig akkoord.
Ondertussen hebben we een heel aangenaam gesprek met onze zusjes en Jos. Gerry leert ons hoe we moeten denken over hoop en wat het doet met mensen. Mooi. Dikke merci, Gerry.
Wilma vraagt aan Jos langs haar neus weg hoe dikwijls hij al oma is. Opa is hij zeker. Hij klautert de gevel van het stadhuis op om de bal van een kleine jongen te halen.
Frankie en ik blijven hangen, Wilma en Gerry gaan naar huis. Wat hebben we nu toch weer te vieren? Equinox! De zonnewende! Als ze daarvoor in Stonehenge tienduizend jaar geleden een monument hebben gemaakt, mogen wij toch minstens evenveel wijntjes drinken als er stenen staan in Carnac?! De ober haalt ondertussen meer wijn aan vanuit de kleine kruidenierszaak, fles per fles, geen twee tegelijkertijd, oppassen maat, straks loop je blaren! We horen hoe andere pelgrims die we kennen tegen elkaar beginnen te bluffen. "Hoe kan je nu door de Camino zwalpen en pretenderen een strak plan te hebben bij je thuiskomst." Het is lachwekkend en we genieten ervan.
We zijn om één minuut voor sluitingstijd thuis. Neen, niet de sluitingstijd van de cafés maar die van de refuge. Bij mijn weten heeft alleen Assepoester ooit een strakker tijdschema gehad.
Het is 5.30 u. wanneer de ochtendspits start. In de gang van de refuge is het file om te kunnen vertrekken. De gangen staan vol pelgrims die gepakt en gezakt zijn. Ze kunnen nog niet buiten want de deuren blijven gesloten tot 6 uur. Wat bezielt deze mensen in hemelsnaam. Het tafereel doet me denken aan wat ik heb beleefd in een groot ministerie waar ik ooit bijscholing gaf. De ambtenaren mochten pas uitklokken om 16 uur maar stonden in de inkomhal al te dringen om 15 uur... om toch maar de eerste te zijn.
Frankie en ik blijven natuurlijk gewoon liggen tot de bediende van de refuge om 7 uur het licht komt aandoen en ons een goede morgen wenst. Een echte viersterrenrefuge met roomservice! Ontbijt aan bed brengen ze niet!
Na een te vroeg vertrek gaan we op pad en ontmoeten na géén uur de volledige meute. Mijn voeten zijn nog altijd niet in volle form én toch halen we ze weer allemaal in. Ondanks het feit dat we met de meesten van deze gekende medepelgrims geen gesprekken voeren, is het toch fijn ze weer te zien. Er ontstaat ook hier een onverklaarbare band.
De grootvader en kleinzoon van gisteren vragen ons waar onze “vrouwen” zijn. We antwoorden dat onze vriendinnen altijd alleen lopen en al vroeger vertrokken zijn. Hij krijgt een “Aha-Erlebnis”, dat gaat hij voortaan ook doen met zijn vervelende zagevrouw.
We beginnen ondertussen de wetmatigheid van de Camino te begrijpen... hoe dichter bij Santiago, hoe meer volk, hoe kleiner de rugzakken, hoe meer taxi's en busjes met bagage. De meeste van de mensen kennen we niet en er duiken ook een aantal rare specimen op: een vent die de weg loopt als “Laurence of Arbia”, Aziaten met ajuinnetten oven hun pet, etc, etc.
We lopen ook vandaag terug in de volle natuur. Het is ronduit prachtig. De kleuren van de brem en heideplanten, de rotsen, de machtige vergezichten. Vandaag gaan we op meer dan 1000 m hoogte slapen en die moet je overbruggen. We genieten van elke meter die we stappen maar beginnen ook te beseffen dat het aan het afkorten is... weer moeten loslaten Diederik. Leer het nu verdomme!
Terwijl ik het verslag aan het maken ben, komt ook Jesus terug binnengestapt, de man met één been. We slapen in een bergdorp dat via het pad van de Camino niet écht gemakkelijk te bereiken is. Het dorp is verlaten, de straten zelfs niet aangelegd. Toch is het hier aangenaam, de vergezichten zijn machtig en de rust bijna totaal.
Ik bied hem onmiddellijk een stoel aan en schuif mijn pintje naar hem. Hij geeft me een dikke knuffel maar zegt dat hij geen bier drinkt en naar zijn refuge wil om zijn kunstbeen uit te kunnen doen. Van een kruis gesproken.
Morgenvroeg, na één kilometer gaan we naar het “ijzeren kruis”. De plaats waar alle pelgrims een steentje achterlaten dat ze van thuis hebben meegesleept... een symbool voor een last die van je schouders valt.