“Hoe wilt u de dood begrijpen? U begrijpt het leven nog niet eens.”
Confucius
7 juli
Main visits
Weather
Sleeping: Days-inn, Xi'an.
Het terracotta leger van Xi’an… over dood en (on)sterfelijkheid
Het 2200 jaar oude terracottaleger is wereldwijd bekend en heeft Xi’an op de wereldkaart gezet. Tot in 1974 was de eeuwen oude stad door niemand buiten China gekend. Flip kwam hier voor het eerst 20 jaar geleden en herinnert zich dat eens buiten de oude stadomwalling er gewoon velden lagen tot aan de opgravingen op een kleine uurtje rijden van het stadscentrum. Vandaag is alles volgebouwd.
De 7000 tot 8000 soldaten werden op drie verschillende plaatsen opgegraven en waren initieel bedoeld om de gigantisch graftombe van Keizer Qin Shi Huang te beschermen. De eerste keizer van het verenigde China liet zich een onderaards mausoleum bouwen dat een miniatuurversie zou zijn van het gigantische rijk dat hij onder de duim hield. Echt geliefd was de man niet: na zijn dood hebben zijn onderdanen alles platgebrand wat bovenop zijn grafheuvel stond.
Om het volledige project te kunnen realiseren, werden onder andere rivieren omgelegd. Het grondwaterniveau diende namelijk te zakken om zo zijn terracotta leger geen natte voeten te bezorgen en dus van een roemloze nederlaag te vrijwaren tegen de elementen van de natuur. Er werkten maar liefst 720.000 mensen gedurende 37 jaar aan. Het gros van het leger werd uiteindelijk niet opgegraven om schade aan de kleurpigmenten te voorkomen. Ook het ondergrondse paleis van de keizer ligt al sinds 2200 jaar onaangeroerd.
Buiten een enorm leger nam de keizer ook nog beelden van paarden, runderen en pluimvee mee om in het hiernamaals zeker geen honger te moeten lijden. Voor het vermaak van de keizer zorgden de terracottabeelden van acrobaten. En wat met zijn concubines… zijn er dan daar geen beelden van gemaakt? Neen, inderdaad maar ze mochten wél mee in zijn graf… levend.
Bij het boetseren van elke figuur heeft men bovendien respect gehad voor het gezicht van elke krijger. Niet één beeld is identiek aan een ander. Het gelaat van de keizer daarentegen werd nooit geboetseerd. Wie heeft er nu eigenlijk de onsterfelijkheid bereikt? De duizenden soldaten waarvan we de gezichten kennen en de stille maar héél concrete getuigen zijn van een ver vervlogen tijd of een keizer waarvan we enkel door overlevering weten hoe hij er vermoedelijk zou uitgezien hebben?
Een ding staat vast: mensen van alle tijden en culturen hebben zich altijd willen voorbereiden op wat er na dit leven komt. Nooit werden er op zo’n schaal voorbereidingen getroffen voor een reis waarvan we uiteindelijk de bestemming niet kennen. Vastberaden en met zekerheid het doel te bereiken, wapenen we ons tegen het onoverkomelijke. Maar waarom in hemelsnaam inbeelden dat onze noden dan identiek zullen zijn aan de noden die we nu ervaren? Zal de keizer zijn hele hofhouding dan nog nodig hebben? Moet zijn leger hem dan nog beschermen? Zal hij dan nog keizer zijn?
De manufactuur van Xi’an
Het spreekt voor zich dat niet één bezoeker aan deze onschatbare site vanuit Xi’an vertrekt zonder een eigen kopie van één van de beelden. Die beelden moeten ook ergens gemaakt worden, en als China ergens zéér goed in is, is het kopiëren. Er zijn dus véél beeldjes nodig, héél heel veel beeldjes. We bezoeken één van de manufacturen waar ze vervaardigd worden volgens het procedé dat destijds ook werd gebruikt: klei en plaasteren mallen. Het is leuk om te zien hoe de arbeiders ijverig aan de beelden werken. Ze worden aangeboden in alle mogelijke maten… waar we weliswaar niet bij stilstaan is dat we eigenlijk allemaal ons stenen popje bijdragen bij de uitbouw van het grootste leger ooit! De keizer is zijn opzet geslaagd! Tientallen, misschien wel honderden miljoenen krijgers zijn nu verspreid over héél China en de wereld en vormen zo het grootste voetleger ooit. En de keizer? Die zag van hierboven dat het goed was.
Met 17 miljoen zijn ze. Inderdaad met zoveel zijn de moslims in China. Via de zijderoute werd ook de bevolking van dit deel van de wereld in contact gebracht met de islam. Ze belijden een zeer open vorm waarbij iedereen gelijk is man en vrouw, niemand hoofddoeken of boerka’s moe dragen en vooral recht heeft op zelfontplooiing. Waar zijn de haatzaaiers hier? Waar zitten de fundamentalisten? Zou deze communistische maatschappij, waar persoonlijke verrijking niet wordt aangemoedigd, en staatscontrole een effectieve realiteit is, dan niet de juiste voedingsbonden zijn aanhangers van het kwaad? Ik stel voor om Mouriaux eens op te sturen en de zaken hier te “kerstenen”!
In de soek van Xi’an kopen we allerhande prullaria… onder andere Tijger Balsem, dé zalf tegen koppijn, verkoudheid, zere voeten, depressiviteit én onmogelijke schoonmoeders! We doen een kleine wedstrijd de koningin der afbiedsters – Ingrid – krijgt het goedje voor 30 RMB en haalt de initiële prijs met meer dan 60 % naar beneden. Eliane en ik betalen slechts 15 RMB voor hetzelfde… Enkel Frankie – onze ere-commerçant – kan hieruit de juiste conclusie trekken: “Zelfs met de meeste korting kan je nog altijd bedrogen zijn!”
De gastronomie kan wel erg verschillen afhankelijk van de regio waar men zich bevindt. Sommige stukken van het land zijn eerder gericht op het verwerken van tarwe en maïs, andere meer op rijst. We hebben zo kunnen genieten van een “hot pot”, volgens mij het best te vergelijken met een hutsepot. De rijke soep wordt echter niet aangeboden met vis of vlees. De stomende ketel wordt geserveerd waarna eerst de vaste ingrediënten worden geserveerd met wat saus, wat overblijft is een overheerlijke soep die naar Chinese traditie op het einde van de maaltijd wordt gebruikt. We hebben onze maaltijd eigenlijk vooral aan het geduld en het initiatief van Jan te danken. Enkel hij had het doorzettingsvermogen om uiteindelijk aan de obers duidelijk te maken wat we precies zouden bestellen. Met een opmerkelijk geduld en inlevingsvermogen bleef hij onze zaak bepleiten! Chapeau! Ook de mensen uit de keuken waren het blijkbaar niet gewoon om westerlingen over de vloer te krijgen… één voor één kwamen ze discreet piepen wie aan de feestdis had plaatsgenomen… hartelijk dank in alle geval voor zo’n schitterende maaltijd.
Een ander – meer dan opmerkelijk – eethuis serveerde eerder klassieke Chinese schotels maar op een zéér onconventionele wijze. Samen met Flip, Jan en Frankie besloten we deze unieke ervaring niet te onthouden aan de anderen van de bende. We ontdekten de kraam samen en waren unaniem, dit moeten de anderen ook ervaren! De gerechten waren van smaak prima, bijbestellen kon op elk moment van de maaltijd, drankjes dienden we zelf te nemen in de koelkast. Waarom was deze maaltijd dan anders? Ze werd geserveerd op tafel met een schop! Een sneeuwschop! Hilarisch, niemand verwachtte dit, iedereen was uitzinnig. De “ambiance bon-enfant” die er aan onze tafel heerste, was ver te zoeken aan die éne andere tafel in de uithoek van de resto. Een verjaardagfeestje leek lelijk uit de hand te lopen… en inderdaad, wanneer de zaak quasi verlaten was, werden Frankie en ik uitgenodigd om vooralsnog een stukje van de taart te eten… het totale slagveld dat we daar aantroffen was niet te beschrijven! Een stort had er niet aan! Ook dat is een stuk van de Chinese traditie blijkbaar. De uitbater van de zaak gaf ons nog een laatste pintje om te bekomen, en geloof me, het was nodig. Weet je trouwens dat je alles wat je in een Chinese resto niet kan vinden ook ronduit kan gaan halen bij de concurrentie? Chocolade, wijn, écht frisse pinten? Indien de zaak waar je eet het je niet kan aanbieden, ben je meer dan vrij om het ronduit bij de concurrentie te gaan halen. Zit je bij de concurrentie en wil je plassen in een café/resto dat geen toilet heeft? Geen probleem, keer dan gewoon terug van waar je komt!
Route: