“Writing is like paying myself a formal visit…”
Fernando Pessoa
5 juli 2018
Distance today
Total distance
Weather
Sleeping: Albergo San Clemente, Tui
Walking with:
Route:
- Rubiaes
- San Bento da Porta Aberta
- Fontoura
- Valenca
- Tuy
We vinden een slaapplaats in de Albergue van Rubiaes. In het kamertje zijn er acht bedden waarvan ze er slechts aan ons vijf zullen worden toewijzen. We hebben dus een privékamer aan € 5 per persoon. Zoals gewoonlijk in Portugal is ook deze albergue kraaknet! De hospitalieros houden zich strikt aan alle regels, ook die van de administratie. Alle gegevens uit de credentials en vanop onze ID-kaarten worden zorgvuldig overgeschreven in een boek dat doet denken aan dat van Sinterklaas. Het duurt dus een goede 45 minuten voor we allemaal ingeschreven zijn en eindelijk naar onze kamer mogen.
We genieten van de ruime tuin om eens alle kleren te wassen en in het zonnetje te laten drogen. We installeren ons in de tuin en maken het ons gezellig, we lezen wat, rusten uit en ik schrijf het verslag. Ondertussen horen we hoe de andere pelgrims in de tuin de straffe verhalen bovenhalen. Zonder af te spreken vinden we elkaar terug in het pelgrims Resto waar we alweer voor geen geld véél te véél eten. Eén schotel is gewoon voldoende voor twee volledige maaltijden. Afronden doen we in de hostel… ik zet nog wat foto’s online en hou het ook voor bekeken.
Na een ontbijt in het hostel begint onze weg langs stukken van een Romeinse heirbaan. Kleine Romeinse bruggetjes brengen ons over de beekjes die zich door het landschap slingeren. De gevoelens zijn echt gemengd bij het idee dat we vandaag Portugal verlaten en de eerste kilometers op Spaanse bodem zullen lopen. Het land heeft ons écht getroffen: de rust op het platteland, de adembenemende landschappen, de oprechte vriendelijkheid van de mensen, de standaard van hun keuken… en vooral… vooral de ontmoetingen die we mochten doen op Portugese bodem.
Een eerste dorpje op de top van een heuvel heet “San Bento da Porta Aberta”, vertaald: Sint-Bento-met-de-open-deuren. Je mag tweemaal raden hoe de deuren van hun kerkje waren: inderdaad TOE.
Op een paar kilometer voor Fontura horen we de Big-Ben de klok van 11 slagen. In Londen zijn we niet, trouwens daar is Big-Ben voor een paar jaar amorf. Met de huidige restauratie zullen de
Londenaars een paar jaar zonder moeten. De minder fortuinlijke inwoners van Fontura worden alle 15 minuten op het oorverdovende geluid getrakteerd. De klokken van de kerk werden vervangen door
luidsprekers die bij ons vermoedelijk alleen op rockconcerten worden gebruikt. De opname van de wereldberoemde klokken is zo slecht dat men duidelijk het geruis hoort op de achtergrond, de
luidsprekers zo versleten dat we van puur miserie even plaats nemen op een terrasje. Tijd voor koffie en verfrissing en even rust na twee uur wandelen. Op het moment dat we met de bestelling naar
het terrasje lopen begint de sadistische koster alweer met zijn muziekske.
Wij maken het zonder morsen tot op het terras maar een sukkel van een peruche die voorbij kwam gevlogen kreeg zijn vleugels niet meer onder controle en maakte een noodlanding op ons terras.
Knalgroen met nog wat andere kleuren, een grappig kuifje en kromme snavel… we kwamen al van alles tegen op de camino maar zo’n exoot is toch een unicum. Het diertje paradeert over de balustrade
van het terras en laat zich als een filmster fotograferen. Makker jij hebt chance: moest Firmin (vader van Francky) hier zijn en u moeten pakken was het gedaan met u!
We maken ondertussen kennis met Pipo, een Siciliaan die al jaar en dag op het eiland van Elba woont en nu met pensioen is. Hij was het beu ergens in oktober en besloot te vertrekken. Van Rome naar Santiago (2000 km) en dan met de bus naar Sevilla om te herbeginnen na een paar maanden van vrijwilligerswerk. Nu van Porto terug naar Santiago… De Europese geschiedenis heeft ons geleerd dat kleine ventjes die te voet uit Elba vertrekken tot zéér grote dingen in staat kunnen zijn! Hopelijk probeert hij in zijn ambitie Napoleon niet te evenaren.
Tegen 1 uur zijn we vlak voor Valança en beslissen onze laatste Portugese lunch te nemen. Via de ober kunnen we een Albergue boeken. We zullen vlak over de grens slapen in Tui en van daaruit vertrekken veel pelgrims voor de laatste 120 km naar Santiago. Het wordt dus een heel stuk drukker. Ondertussen regelt Elianneke ook het logement voor overmorgen wanneer de Belgen zullen spelen… we moeten zeker zijn een logement te hebben dat niet sluit om 22 uur.
Hoe afzichtelijk de voorstad van Valança is, des te mooier is de oude binnenstad. Het is een pareltje dat verborgen ligt binnen de muren van de citadel. Toeristisch? Inderdaad, allerhandel winkeltjes proberen souvenirs aan de man te brengen, maar daar hebben nu geen plaats voor. Via de brug die Gustaf Eiffel hier neerpootte steken we de rivier over en zetten we onze eerste stappen in Spanje! Galicië! Via de kathedraal, die hier wel open is, stappen we naar onze hostel.
Ondanks het feit dat we slechts een kleine 20 km hebben gewandeld zijn we toch allemaal moe… we begrijpen ook niet echt waarom. De laatste dagen lagen we er altijd in om 22 uur… Thiery, bankier van beroep en dus per definitie goed met cijfers heeft de verklaring: bij het oversteken van de brug zijn we van tijdszone veranderd en hebben we allemaal een mini jet-lag. Vandaar.
We nemen ons avondmaal in het historische centrum van de stad. De menu’s del Peregino’s of het alternatief “del dia” laten we aan ons voorbij gaan: gewoon een spaghetti doet ons nu meer als deugd.
Bij het afronden is de albergue wil ik bij het maken van dit verslagje mezelf en m’n compagnon beschermen tegen de muggen en haal zo fier als een gieter mijn muggenmelk boven. We wrijven ons goed in maar Thierry merkt op dat het absoluut niet naar citroen riekt… ik bestudeer de flacon en heb inderdaad verkeerd gelezen: Ik las “Anti-moustiques” maar eigenlijk stond er “Antiseptique”… ontsmettingsmiddel dus. Zou het nu ook voor mij tijd zijn te gaan slapen?