10 juli 2016
Distance today
Total distance
Weather
Dag 5
24 Km
122,5 km
Walking with:
Route:
Bij het binnenlopen van Markina lijkt de stad verlaten. Zelf de katten lopen nu niet door de straten. De hele bedoeling is zo desolaat dat het ergens deprimerend is. We bezoeken een klein kerkje dat gebouwd is rond twee rotsen die dienst doen als tabernakel. We vinden de refuge vrij snel en doen gedurende een uurtje de file om dan te horen te krijgen dat er nog maar één bed vrij is. We laten schoenen en rugzak staan en trekken terug de stad in op zoek naar een alternatief. We boeken als eerste in bij een klein pensionnetje en hebben daardoor een kamertje voor ons alleen.
De tocht was lang vandaag. We hebben nood aan een frisse pint en nemen die ook onmiddellijk nadat we onze rugzakken hebben afgezet. Zelf ons Elianneke neemt gulzige slokken van een overheerlijke pint. We zitten op een plein dat stilaan uit de siësta ontwaakt. Niet alleen de barretjes doen één voor één hun rolluiken open… er staat een volledige kermis. De plaatselijke atletiekclub heeft voor alle categorieën loopwedstrijden georganiseerd. De allerkleinste doen de 50 meter sprint, de aller oudste ook mét stok. Heel het dorp is in feeststemming dus wij ook. In het plaatselijke pelgrimsrestaurant doe ik een klapke in het Roemeens met de dienster die van Iasi blijkt te zijn.
De koffie nemen we terug buiten met Jelle en Irène en een handvol andere pelgims. Voor de pous-café blijven Frankie en ik alleen over samen met heel het Spaanse dorp.
Veel plezier en wijn zijn niet de beste voorbereiding voor een dikke voettocht. Na een uurtje wandelen schiet m’n gemoed vol en vraag aan Eliane en Frankie of ze het goed vinden dat ik een dagje alleen ga. Ik neem hun credentials en identiteitskaarten mee om kunnen in te checken in de volgende albergue.
Onrustig en gejaagd begin ik aan de tocht. Koortsachtig tracht ik m’n eigen schaduw in te halen, altijd sneller, altijd zwaarder. Ik heb niet ontbeten, neem geen maaltijd en geen pauze, stop niet voor kerken of voor kloosters. Gaan. Gaan. Gaan. Ik wéét dat ik m’n schaduw niet kan afschudden of inhalen en toch blijf ik proberen. Het besef overvalt me dat ik vreemd ben geworden van mijn eigen schaduw én vooral de zon niet meer kan appreciëren die m’n eigen schaduw maakt. Wanneer dan gaat mijn dankbaarheid voor ervaren geluk overwinnen op m’n verdriet?
Na een veel te lange wandeling kom aan de albergue. Ik ijl, heb een zwaar suiker- en watertekort. Jude, een plezante Aziatische mevrouw geeft me gedroogde pruimen en water. Deze keer ben ik diep gegaan en dat was ook nodig.